Het schaap
Na dertig jaar binnenstad van Amsterdam was onze verhuizing naar Amsterdam-Noord in juni 1996 een openbaring. Lege stoepen, de geur van het voorjaar en Waterland om de hoek. Even de snelweg onderdoor en daar waren de weilanden, de kleine dorpjes, de koeien en de schapen. Een ongekende weelde voor twee stedelingen.
In Waterland verkende ik alle wandelpaden. Kleine, modderige sporen door de weilanden met vaak aan beide kanten slootjes. Hier en daar wat koeien en schapen. Zelden kwam ik mensen tegen.
Op een dag zag ik aan de overkant van de sloot een schaap op haar rug liggen. De tranen sprongen in mijn ogen, “het beest gaat dood, ik moet iets doen”. In de verte was een boerderij waar ik hulp ging vragen. Ze deden nogal laconiek. Daar stond weer zo’n stedeling, geconfronteerd met de harde werkelijkheid. Ze zouden er voor zorgen…
Ik moest aan ‘mijn’ schaap denken bij het lezen van het gedicht van Hans Krüse:
hoe een schaap terugdraaien
laatst lag schaap op rug gedraaid
keverachtige bewegingen
onbereikbaar spartelend beest
dood in aantocht
ondersteboven darmen in de war
wat nu hoe naam boer
ander schaap achteruit en aanloop
kopstoot en daar het schaap
teruggedraaid
Hans Krüse (Overschie, 1952)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten