dinsdag 8 juli 2025


Zondag 7 juli, klokslag 8.00


Een droom


…Langzaam ebt de droom weg. Een gevoel van eenzaamheid blijft…


Het begon in een oud kantoorgebouw. Ik werk er, maar doe er niets. Het is het eind van de dag, maar ik moet nog een uur volmaken. Ik dwaal door het gebouw. Er komt een vrouw naar me toe, een collega. Ik hoorde dat we weg kunnen, zegt ze. 


Ik loop met haar een trap af en bedenk dat ik eigenlijk met pensioen moet. Ik ben al oud en heb geen idee waarom ik hier nog van nut ben. Maar er is ook de financiële noodzaak. Ik kan de inkomsten niet missen. Het maakt me bang.


Een verdieping lager, in het café, ontmoeten we een groep collega’s die ook vroeg weg mogen. We sluiten erbij aan. Een ervan ken ik, uit mijn zengroep.

De bedrijfsarts komt binnen en brengt me een lege weekendtas. Zonder commentaar zet hij hem naast me neer en verdwijnt. Het is mijn oude tas. Wat moet ik daarmee. Mee naar huis nemen kennelijk. Is dit een teken dat ze me niet meer nodig hebben. Ik pak de tas op en zonder iets te zeggen loop ik weg, naar buiten.


Onzeker kijk ik om me heen. Ben ik op de fiets gekomen? Maar waar heb ik hem dan neergezet? Ik loop het hek langs waar alle fietsen neergezet worden. Nergens staat iets bekends. Ben ik echt zo vergeetachtig geworden, dat ik me niet meer herinner hoe ik hier gekomen ben? De angst slaat opnieuw toe. Ik zet de tas neer, loop weg en stap een bus in.


In de bus merk ik dat ik geen strippenkaart meer heb. Ik moet de bus uit om een nieuwe te kopen. De bus rijdt door het platte land. Weilanden en af en toe een stukje bos. Naast me overlegt een stel waar ze schoenen gaan kopen. Opgelucht vraag ik of ze daar ook een strippenkaart hebben. Ze denken van wel. Ze zullen me waarschuwen als ze er zijn.


We komen aan op een pleintje vol met winkels. De bus stopt. Ik vraag de chauffeur  waar hier een strippenkaart te koop is. Hij wijst een kleine winkel aan, vol met bric-à-brac. Ik vraag wanneer de volgende bus komt die me naar mijn bestemming zal brengen. Over 20 minuten, zegt hij.


Ik stap uit, ga naar het winkeltje, vraag daar een strippenkaart. De winkelier schat de prijs, ‘geen idee’, ik betaal, krijg een handje kleingeld terug, stap naar buiten en kom weer op het pleintje. De bus is verdwenen, het is donker geworden, er is geen mens meer te bekennen en het regent. In de verte komt een nieuwe bus aan. Ik houd de bus staande en vraag naar de bestemming. Helaas, niet de bus die ik moet hebben. De vriendelijke chauffeur geeft nog eens het goede busnummer.


Weer alleen op het pleintje zie ik de lichten van de bus in het donker verdwijnen. Opeens dringt tot me door dat mijn voeten nat worden. Het hele plein stroomt vol met water en het regent steeds harder. Er lijkt een overstroming plaats te vinden. Ook de bushalte verdwijnt in het water. Hier zal geen bus meer komen. Ik zie een paal boven het water uitsteken. Ik loop er heen en houd me daaraan vast.


…en word wakker…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zondag 7 juli, klokslag 8.00 Een droom …Langzaam ebt de droom weg. Een gevoel van eenzaamheid blijft… Het begon in een oud kantoorgebouw. Ik...