Zondag 28 september - een droom
Ik droomde dat ik met Hein en Emilie een wandeltocht ging maken. We hadden afgesproken aan het begin van de tocht, in een café. Ik was de eerste en vroeg me af of ik die wandeltocht wel zou kunnen maken. Ik had namelijk een been geblesseerd en was al erg verbaasd dat ik bij het beginpunt aangekomen was. Ik kon me niet herinneren hoe ik dat voor elkaar gekregen had.
Na een tijdje verschenen Hein en Emilie. Ik vertelde dat ik aarzelde of ik wel meekon. “Onzin”, zei Emilie en vouwde een enorme landkaart uit om een laatste blik op de route te werpen. Ik keek naar het pad, dat zich voor ons uitstrekte. Onregelmatige stenen tussen stukjes gras zover het oog reikte. Op dat moment wist ik zeker dat ik daar geen stap zou kunnen lopen. “Ik ga niet mee”, zei ik.
Dat was geen probleem, zeiden ze en vertrokken.
Ik keek ze na. Nog even leek het of ze omkeerden, maar nee. Ik moest zelf aan de terugweg beginnen. Met vastgrijpen van elke boomtak, verkeerspaal, elk uitstekend punt lukte het me om een dorpje te bereiken. Daar ging ik op een terrasje zitten, rustte uit, en beraadde me op het vervolg van de route, al had ik geen idee waar ik heen moest.
En toen werd ik wakker en was ik weer in De Die, een rolstoel naast mijn bed en een alarmknopje om mijn hals. Hier revalideerde ik na een val thuis op 11 september jl. waarbij ik een breukje in mijn bekken opliep.
Nu, 12 december, zijn er momenten dat ik weer loop als voor mijn val. Het herstel heeft vier maanden geduurd, vanaf 14 oktober thuis. Een hele reis. Een les in oud worden ook.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten